Onderzoek: naar een meer inclusieve straatnaamgeving in Amsterdam

De grootste groepen Amsterdammers met een migratieachtergrond zijn ondervertegenwoordigd in de Amsterdamse straatnamen. Daarnaast is er ook op andere vlakken sprake van ondervertegenwoordiging. Dat zijn enkele uitkomsten van het onderzoek ‘Naar een meer inclusieve straatnaamgeving in Amsterdam’, dat is uitgevoerd door  Ewoud Butter, Mayke Kromhout, Jurriaan Omlo (allen Onderzoekerscollectief) en Miguel Heilbron. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de gemeente Amsterdam.

 

In 2018 nam de Amsterdamse gemeenteraad het initiatiefvoorstel “Diverse stad, diverse straatnamen”(pdf) aan. Dit initiatiefvoorstel, ingediend door Sofyan Mbarki (PvdA), vroeg onder meer om ‘het verankeren van de gedeelde geschiedenis in de Amsterdamse straatnamen, de huidige straatnamen in kaart te brengen en aanbevelingen te doen voor mogelijkheden om te komen tot een representatievere afspiegeling van de Amsterdamse diversiteit in de openbare ruimte’. Als reactie op het initiatiefvoorstel heeft het college van burgemeester en wethouders besloten een onderzoek te laten uitvoeren naar ‘diversiteit in de straatnaamgeving in Amsterdam’.

Onderdeel van het onderzoek vormen twee deelstudies van de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) van de gemeente Amsterdam: een uitgebreide analyse van de ruim 6.000 straatnamen in Amsterdam en een peiling van de opvattingen van Amsterdamse burgers over diversiteit van straatnamen. Verder hebben de onderzoekers gekeken naar ervaringen uit binnen- en buitenland, de geschiedenis en praktijk van straatnaamgeving in Amsterdam en hebben ze diverse experts en stakeholders geinterviewd. Het onderzoek mondt uit in een aantal conclusies en aanbevelingen. 

Niet naar personen genoemde straten

Van de 6286 straatnamen in Amsterdam is 38% (2398) vernoemd naar een persoon. De overige 62% is vernoemd naar onder andere plaatsen, objecten, gebeurtenissen en activiteiten. Van alle Amsterdamse straten die niet naar personen zijn vernoemd, is driekwart gerelateerd aan Nederland en ongeveer een kwart aan zaken buiten Nederland. Ongeveer 4% verwijst naar zaken uit ‘niet-westerse’ landen.

Ondervertegenwoordiging vrouwen

Bij de Amsterdamse straten die vernoemd zijn naar personen, vormen vrouwen een groep waarvan ondervertegenwoordiging gelijk in het oog springt. De onderzoekers concluderen op basis van de analyse van OIS van de Gemeente Amsterdam dat van de 2398 Amsterdamse straten die naar een persoon zijn vernoemd, 13 % naar een vrouw is vernoemd en 86% naar een man. De resterende 1% verwijst naar straatnamen die naar meer dan een persoon zijn vernoemd en waarvoor geen specifieke sekse is aan te duiden. Wanneer gekeken wordt naar het aantal adressen in de straten die zijn vernoemd naar mannen of vrouwen, dan wordt de verhouding tussen het aantal naar mannen en vrouwen vernoemde straten nog wat schever: 9% van het aantal adressen in naar personen vernoemde straten, is gelegen aan een straat die naar een vrouw vernoemd is.  

Ondervertegenwoordiging migratieachtergronden

Naast vrouwen zijn er andere groepen die zijn ondervertegenwoordigd. Dit geldt onder andere voor mensen met een (niet-westerse) migratieachtergrond en LHBT’ers. 

Ongeveer driekwart van de Amsterdamse straten vernoemd naar een persoon is, voor zover bekend, vernoemd naar mensen die zijn geboren of langere tijd hebben gewoond in het huidige Nederland of een van haar voorgangers (Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden e.d.). De overige 26% is vernoemd naar personen die elders zijn geboren. Het betreft vooral personen die conform de in het onderzoek gehanteerde WRR-indeling afkomstig zijn uit ‘Mediterrane’, Angelsaksische’ en Duitstalige landen. 

Hoewel een kwart van de Amsterdamse straten is vernoemd naar personen die niet afkomstig waren uit Nederland, zijn de herkomstlanden van de huidige grootste groepen Amsterdammers met een migratieachtergrond niet of mager vertegenwoordigd. Dit geldt in het bijzonder voor personen met roots in Marokko, Suriname, Turkije en Indonesië. Verder zijn gezien de huidige samenstelling van de Amsterdamse bevolking ook Ghanese en Chinese Amsterdammers ondervertegenwoordigd. 

Meer ondervertegenwoordiging 

24 straten zijn vernoemd naar personen met een LHBTI-achtergrond. Dat is 1% van het totaal naar personen vernoemde straatnamen. Het gaat om 14 homoseksuele mannen, 8 lesbische vrouwen en één biseksueel. Verder werden 118 straatnamen aangetroffen die vernoemd zijn naar mensen waarvan bekend is dat ze last hadden van een fysieke of psychische beperking tijdens hun werkzame leven. 

Opvattingen Amsterdammers

De onderzoekers concluderen op grond van een steekproef van OIS dat bijna de helft van alle Amsterdammers er belang aan hecht dat bij de naamgeving van nieuwe straten rekening wordt gehouden met de diversiteit van de Amsterdamse bevolking. Een kwart stelt zich neutraal op (vindt het niet belangrijk maar ook niet onbelangrijk). Eenzelfde aandeel respondenten vindt het (helemaal) niet belangrijk dat er aandacht is voor meer representatie van de diversiteit van de Amsterdamse bevolking in de straatnaamgeving. Uit de cijfers blijkt dat vooral respondenten van Surinaamse, Marokkaanse en ‘overig niet-westerse herkomst’ meer dan gemiddeld belang hechten aan meer representatie van de diversiteit van de stad in de openbare ruimte. Voor ouderen is de diversiteit in de naamgeving van nieuwe straten (iets) minder belangrijk dan voor jongere mensen. Vrouwen en LHBTI’ ers vinden de diversiteit in de naamgeving (iets) belangrijker dan mannen of mensen die geen LHBTI’ er zijn.

Conclusies en aanbevelingen

Om de diversiteit van de stad evenwichtig te vertegenwoordigen, is een stevige verankering van diversiteit en inclusie nodig in beleid en praktijk. Hieronder volgt een korte opsomming van de hoofdaanbevelingen van het onderzoek:

  1. Formuleer een heldere doelstelling, visie en aanpak, onder meer door streefcijfers op te nemen voor nieuwe straatnamen en een representatiematrix te gebruiken waar vernoemingen naar ondervertegenwoordigde groepen op gescoord en gevolgd kunnen worden; 
  2. Geef burgers, experts op verschillende gebieden, zelforganisaties van groepen met verschillende migratieachtergronden en andere relevante groepen en organisaties meer inspraak bij het straatnaamgevingsproces; 
  3. Een diverse samenstelling van de adviserende Commissie Naamgeving Openbare Ruimte (CNOR); 
  4. Kies strategische wijkthema’s voor namen die meer mogelijkheden bieden voor inclusieve straatnaamgeving; 
  5. Bevorder representatie van de diversiteit van de stad in de openbare ruimte ook via bijvoorbeeld standbeelden en monumenten; 
  6. Besteed aandacht aan verborgen verhalen van mensen die veel hebben betekend voor Amsterdam; 
  7. Blijf ontwikkelingen volgen via (monitor)onderzoek.

Het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders heeft de Amsterdamse gemeenteraad laten weten de aanbevelingen van het onderzoek verder uit te werken en hier over enkele maanden op terug te komen.

Het onderzoek en de onderbouwing van de aanbevelingen zijn te lezen in het rapport Naar een meer inclusieve straatnaamgeving in Amsterdam